bouwstop
- bouw·stop
- samenstelling van bouwen ww en stop zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bouwstop | bouwstops |
verkleinwoord |
de bouwstop m
- het (tijdelijk) staken van de bouwactiviteiten van een bouwwerk dat nog niet voltooid is
- De gifbeker is nog lang niet leeg voor het project Viking in Deventer. Na de miljoenenoverschrijdingen van de afgelopen jaren volgt mogelijk nu een bouwstop. [1]
- De provincie Noord-Brabant handhaaft de tijdelijke bouwstop voor geitenstallen. Gedeputeerde Staten hebben dat besloten naar aanleiding van nieuw onderzoek, dat bevestigt dat omwonenden van geitenhouderijen een groter risico lopen op longontsteking. [2]
- Het woord bouwstop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tubantia Judah Bolink 23-04-19 Buurman ‘Viking’ vraagt rechter om bouwstop filmtheater
- ↑ HP de Tijd 6 NOV 2018 Brabant handhaaft bouwstop geitenstallen