Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bouw·de vol
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
volbouwen

bouwde (…) vol

  1. enkelvoud verleden tijd van volbouwen
    • Ik bouwde vol. 
    • Jij bouwde vol. 
    • Hij, zij, het bouwde vol. 

Gangbaarheid