botermerk

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  botermerk    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bo·ter·merk

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  boter zn  en  merk zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	botermerk	botermerken
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het botermerk o

1. bij de wet vastgesteld merk, door de botercontrolestations aan producenten uitgereikt

Gangbaarheid

• Het woord botermerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.