boterhammenpapier

  • bo·ter·ham·men·pa·pier
enkelvoud meervoud
naamwoord boterhammenpapier
verkleinwoord

het boterhammenpapiero [1]

  1. waterafstotend papier waarin men gesmeerd brood kan bewaren
     De thermoskan, waterfles en het boterhammenpapier nam ik mee in de boot.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Henning Mankell (vert.Clementine Luijten en Jasper Popma)
    “Zweedse laarzen” (2015), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044535723