Nederlands

 
bosbaden
Uitspraak
Woordafbreking
  • bos·ba·den
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

bosbaden

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bosbaden
bosbaadde
gebosbaad
zwak -d volledig
  1. therapeutisch wandelen door een bos en zo baden in de boslucht volgens de Japanse leer van Shinrin-yoku

Zelfstandig naamwoord

de bosbadenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bosbad

Gangbaarheid

Meer informatie