Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • borg weg
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
wegbergen

borg weg

  1. enkelvoud verleden tijd van wegbergen
    • Ik borg weg. 
    • Jij borg weg. 
    • Hij, zij, het borg weg. 


Gangbaarheid