• bor·deel·ver·bod
enkelvoud meervoud
naamwoord bordeelverbod bordeelverboden
verkleinwoord

het bordeelverbodo

  1. (seksualiteit) (economie) verbod op het exploiteren van een seksbedrijf
     Van Weezel herinnert zich de kabinetsformatie van 2003, waar de ChristenUnie ook een korte periode aan deelnam. "André Rouvoet, toen fractieleider van de ChristenUnie, wilde met Zalm praten over zaken als abortus en euthanasie. Maar die wilde dat toen niet. Hij zei letterlijk: "Ik heb verstand van geld, maar ik heb niet zoveel met klonen en het bordeelverbod." Hij verwees Rouvoet door naar Erica Terpstra. De rol van de ChristenUnie was toen snel uitgespeeld.[1]
     Na het opheffen van het bordeelverbod in 2000 kwam er meer toezicht op legale bordelen en seksclubs. Dat heeft ertoe geleid dat prostituees op andere, minder zichtbare plekken zijn gaan werken.[2]


  1.   Weblink bron “De stemming van Vullings en Van Weezel: is Gerrit Zalm de juiste man?” (Vrijdag 30 juni 2017, 17:24), NOS
  2.   Weblink bron “Prostitutie in sauna's en kapsalons” (Dinsdag 26 oktober 2010, 13:00), NOS