Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boom·vor·mig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen boomvormig boomvormiger boomvormigst
verbogen boomvormige boomvormigere boomvormigste
partitief boomvormigs boomvormigers -

Bijvoeglijk naamwoord

boomvormig

  1. vorm van een boom hebbend
    • Boomvormige zoekprocedure methode om informatie terug te zoeken in een bestand, waarbij de gebruiker uit een op het scherm geprojecteerde index een sub-index kiest, die daarna wordt gevisualiseerd en waaruit de gebruiker een verder gedetailleerde keuze maakt, enz.. 

Gangbaarheid