Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bont·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen bontachtig bontachtiger bontachtigst
verbogen bontachtige bontachtigere bontachtigste
partitief bontachtigs bontachtigers -

Bijvoeglijk naamwoord

bontachtig

  1. lijkend op het harige vel van dieren
    • Ik heb een mooie bontachtige jas, lekker warm en toch ook diervriendelijk want hij is gemaakt van kunststof. 

Gangbaarheid

Meer informatie