bondslidmaatschap

  • bonds·lid·maat·schap
enkelvoud meervoud
naamwoord bondslidmaatschap bondslidmaatschappen
verkleinwoord

het bondslidmaatschapo

  1. het lid zijn van een sportbond of vakbond
     Zo kunnen scheidsrechters gratis rechtshulp krijgen wanneer ze bijvoorbeeld aangifte doen tegen een speler, en wil het kabinet dat er hogere straffen geëist worden tegen agressieve spelers. Vorige maand werd de eerste amateurvoetballer volgens de nieuwe regels harder gestraft. Zijn bondslidmaatschap werd afgenoemn omdat hij, als toeschouwer, een assisent-scheidsrechter had geslagen.[1]
     De bond heeft een lid van een Rotterdamse voetbalclub het bondslidmaatschap afgenomen. De man had tijdens een vriendschappelijke wedstrijd waar hij toeschouwer was, een assistent-scheidsrechter geslagen.[2]


  1.   Weblink bron “Documentaire toont spagaat scheidsrechters” (Maandag 21 november 2011, 14:32), NOS
  2.   Weblink bron “Eerste amateurvoetballers harder gestraft” (Vrijdag 2 september 2011, 18:54), NOS