bolspel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bolspel    (hulp, bestand)
• IPA: /bɔlspɛl/

Woordafbreking

• bol·spel

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  bol  en  spel 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bolspel	bolspelen bolspellen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het bolspel o

1. Belgisch werpspel, met houten ronde schijven op een vlak onverhard omboord rechthoekig terrein. Was een populair caféspel tot na de tweede wereldoorlog.
2. overdrachtelijk, een overdekte loods waar het spel kon gespeeld worden bij regenweer

Verwante begrippen

• kegelspel, kaatsspel, volksspelen

Gangbaarheid

• Het woord bolspel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bolspel" herkend door:

40 %	van de Nederlanders;
67 %	van de Vlamingen.