bokkenpootje
- Geluid: bokkenpootje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɔkə(n)ˌpocə / (4 lettergrepen)
- bok·ken·poot·je
- [1] bokkenpoot zn met het achtervoegsel -je
- [2] vanwege de gelijkenis in uiterlijk, in de betekenis van ‘koekje met chocola aan de uiteinden’ aangetroffen vanaf 1930 [1][2]
[2] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | bokkenpootje | bokkenpootjes |
het bokkenpootje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bokkenpoot
- ▸ Ze laat de reepjes gevlekte geitenhuid om haar polsen, ellebogen en enkels zien en ook het bokkenpootje om haar hals.[3]
- dim. tant. (voeding) cilindervormig koekje, waarvan de uiteinden in chocolade gedompeld zijn
- ▸ Eén van de jongere collega's op onze redactie was jarig en tracteerde op bokkenpootjes.[4]
- Het woord bokkenpootje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ bokkenpootje op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Grand Bazar Françaisadvertentie in: Voorwaarts , jrg. 10 nr. 3011 (22-05-1930), S.D.A.P., p. 7 kol. 2
- ↑ Weblink bron Otto Holzhaus“Het meisje van de geesten” (19 januari 2008) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron S. Montag“Bokkenpoten” (6 juli 2002) op nrc.nl