• bo·he·mien
enkelvoud meervoud
naamwoord bohemien bohemiens
verkleinwoord - -

de bohemienm

  1. (persoon) iemand met een ongeregeld bestaan en meestal weinig inkomen uit artistiek of intellectueel werk
    • Je kunt hem een excentrieke kunstenaar noemen, een anarchist, een oldskool-bohemien, die begin jaren zestig zijn homoseksualiteit exposeerde, terwijl de Engelse wet het nog verbood. [4] 
90 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[5]