boerenkind
- Geluid: boerenkind (hulp, bestand)
- boe·ren·kind
- samenstelling van boer en kind met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boerenkind | boerenkinderen |
verkleinwoord | boerenkindje | boerenkindjes |
het boerenkind o
- kind uit een boerengezin
- Het woord 'boerenkind' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.