• boe·ren·ge·hucht
enkelvoud meervoud
naamwoord boerengehucht boerengehuchten
verkleinwoord boerengehuchtje boerengehuchtjes

het boerengehuchto

  1. kleine agrarische gemeenschap
     De moord was in het noorden van het land, in een klein boerengehucht.[2]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Drugsmoord Guatemala: 9 doden” (Zondag 9 februari 2014, 04:54), NOS