boeboek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- boe·boek
Woordherkomst en -opbouw
- van Indonesisch bubuk [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boeboek | boeboeken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het boeboek o
- (dierkunde) benaming voor larf van insect dat hout of andere organische materialen aantast
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord 'boeboek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.