Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hout·worm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord houtworm houtwormen
verkleinwoord houtwormpje houtwormpjes

Zelfstandig naamwoord

de houtwormm

  1. (kevers) benaming voor verschillende in hout levende insectenlarven
  2. (tweekleppigen) benaming voor een in hout leven weekdier, Teredo navalis  
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be