blottar
- blot·tar
blottar
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van blotta
blottar
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van blotte
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | blottar | blottaren | blottarar | blottarane |
blottar, m
- exhibitionist, potloodventer
- «Seint onsdag kveld fekk politiet melding om ein blottar ved fotballbana på Helland. [1]»
- Woensdagavond laat kreeg de politie een melding binnen over een stripper op het voetbalveld in Helland.
- «Seint onsdag kveld fekk politiet melding om ein blottar ved fotballbana på Helland. [1]»
- ↑ Blottar på Vestnes uit "bygdebladet", 33de jaargang. nr. 73, 2004-10-02, pagina 4 (in het Nynorsk; geraadpleegd 2022-03-20)