blootgelegd
- Geluid: blootgelegd (hulp, bestand)
- bloot·ge·legd
- vervoeging van blootleggen: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van bloot en gelegd ww
vervoeging van: | blootleggen… |
verbogen vorm: | blootgelegde |
blootgelegd
- voltooid deelwoord van blootleggen
- ▸ Beiden waren ze diep gegaan, hadden hun ziel aan elkaar blootgelegd.[1]