En blomsterpotte med et ungt mandarintre.
Een bloempot met een jong mandarijnenboompje.
  • bloms·ter·pot·te
  • Afleiding van het Noorse zelfstandige naamwoord potte met het voorvoegsel blomster-
Naar frequentie > 50000
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   blomsterpotte     m: blomsterpotten
v: blomsterpotta  
  blomsterpotter     blomsterpottene  
genitief   blomsterpottes     m: blomsterpottens
v: blomsterpottas  
  blomsterpotters     blomsterpottenes  

blomsterpotte m / v

  1. (plantkunde) bloempot
    «I juni fikk Ida besøk av en fugl som bygde reir i en blomsterpotte
    In juni kreeg Ida bezoek van een vogel die zijn nest in een bloempot gebouwd had.


  • bloms·ter·pot·te
  • Samenstelling van de Nynorske zelfstandige naamwoorden blomster en potte
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   blomsterpotte     blomsterpotta     blomsterpotter     blomsterpottene  

blomsterpotte v

  1. (plantkunde) bloempot