(onderwijs) twee (of meer) aaneengesloten (les)uren
Elke les moesten we omstebeurt een zin van de Cicero-vertaling voorlezen - als je je huiswerk niet had gedaan, stond je doodsangsten uit. Maar ze koos willekeurig, op zicht. Ik nam achterin plaats, en liet me na het afnemen van de absentielijst traag naar beneden glijden, waar ik dan de rest van het blokuur op de stoffige grond een boek zat te lezen. Zo was literatuur best cool. Bij Frans las ik stiekem een Duitse vertaling, bij Nederlands las ik een Engels boek - een nerdy soort opstandigheid. Later kwam ik in de klas bij een leraar Duits, die zo bevlogen over poëzie kon vertellen (overduidelijk een junkie), dat ik geen uitweg nodig had.[1]