• blok·be·vei·li·ging
enkelvoud meervoud
naamwoord blokbeveiliging blokbeveiligingen
verkleinwoord

de blokbeveiligingv

  1. (spoorwegen) beveiligingssysteem dat ervoor zorgt dat er niet meer dan één trein op een bepaald deel van het spoor kan rijden
     1856, 10 augustus, Schiedam Het eerste grote spoorwegongeval in Nederland, met 3 doden en 5 gewonden. De laatste trein knalt tegen de voorlaatste trein, omdat er geen blokbeveiliging is.[1]
  1.   Weblink bron “Geschiedenis treinongelukken” (Maandag 10 december 2012, 14:55), NOS