• bloem·kool·roos
enkelvoud meervoud
naamwoord bloemkoolroos bloemkoolrozen
verkleinwoord bloemkoolroosje bloemkoolroosjes

de bloemkoolroosv / m

  1. de eetbare uiteinden van een bloemkool waarvan de vorm enigszins aan een roos doet denken
    • Stukjes bloemkoolroos.