bloementhee
- Geluid: bloementhee (hulp, bestand)
- bloe·men·thee
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bloementhee | bloementheeën |
verkleinwoord | bloementheetje | bloementheetjes |
de bloementhee m
- (drinken) een aftreksel van bloembladeren
- ▸ En onder het raam, op de binnenplaats, vermengde het aroma van de nachtschone zich met dat van vers hooi, geurig als bloementhee.[1]
- Het woord 'bloementhee' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028261396