bloemenliefhebster

  • bloe·men·lief·heb·ster
enkelvoud meervoud
naamwoord bloemenliefhebster bloemenliefhebsters
verkleinwoord - -

de bloemenliefhebsterv

  1. vrouw die houdt van bloeiende planten, boeketten of versieringen met bloemmotieven
     En wie nu denkt dat zon bloemenliefhebster geen dieren in de tuin heeft, omdat ze alles kapot lopen, heeft het mis.[1]
  1.   Weblink bron
    J.J. Bos Nieuwe
    Parade van kleurrijke plannen met planten in: Nederlands Dagblad  , jrg. 41 nr. 9945 (20 mei 1985), Stichting Nederlands Dagblad, Amersfoort, p. 4 kol. 6