Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bloei·pluim
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bloeipluim bloeipluimen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bloeipluimv / m

  1. (plantkunde) bloeiwijze met zeer veel kleine bloempjes
     Op magere bodem lijkt de plant zeer veel op Kompassla Lactuca serriola , krijgt dan ook verticale bladen en is dan door de nauwe bloeipluim, de vrijwel altijd ongestekelde middennerf aan de onderzijde van het blad en de bladkleur te onderscheiden. Kompassla heeft hardgroen tot iets blauwig groen blad en de bloeipluim is breed.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Sla” (geraadpleegd 15 februari 2021), Waarneming.nl