blessurepreventie

  • bles·su·re·pre·ven·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord blessurepreventie blessurepreventies
verkleinwoord

de blessurepreventiev

  1. (sport) (medisch) het voorkomen van lichamelijke ongemakken die door sporten veroorzaakt worden
     Maar dat betekent volgens de woordvoerder niet dat de sportkoepel zich bij de cijfers neerlegt. "De gevolgen voor de zorg en het werk zijn vervelend", zo legt ze uit. De koepel is daarom positief over meer aandacht voor blessurepreventie. "We vinden het belangrijk dat mensen met een goed opgewarmd lijf gaan sporten."[1]
     Leven en trainen als een Keniaan verhoogt de kans op succes, meent Butter. Zijn trainer Guido Hartensveld denkt dat er ook nog andere mogelijkheden zijn om beter te worden. "Gaat Michel harder lopen als hij in Kenia gaat wonen? Dat denk ik niet. Je moet je afvragen 'waar kan ik me nog verbeteren'. Bij Michel gaat het dan om een stukje techniek, blessurepreventie, loopefficiëntie en arbeid-rust verhouding."[2]


  1.   Weblink bron “Vorig jaar ruim vier miljoen sportblessures, 'meer aandacht nodig voor preventie'” (Vrijdag 30 september 2022, 12:58), NOS
  2.   Weblink bron “'Vijver met marathontalent droogt langzaam op bij ons'” (Zondag 5 november 2017, 12:11), NOS