blauwachtig
- Geluid: blauwachtig (hulp, bestand)
- blauw·ach·tig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | blauwachtig | blauwachtiger | blauwachtigst |
verbogen | blauwachtige | blauwachtigere | blauwachtigste |
partitief | blauwachtigs | blauwachtigers | - |
blauwachtig
- kleur lijkend op blauw
- Toen de man aan het stikken was liep hij blauwachtig aan.
- Het woord blauwachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.