blandingsgødning

  • blan·dings·gød·ning
  • Samenstelling van de Deense zelfstandige naamwoorden blanding en gødning met het achtervoegsel -ing, met het invoegsel -s- en met het achtervoegsel -ning
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   blandingsgødning     blandingsgødningen     blandingsgødninger     blandingsgødningerne  
genitief   blandingsgødnings     blandingsgødningens     blandingsgødningers     blandingsgødningernes  

blandingsgødning, g

  1. (landbouw) mengmeststof