bladerig
- bla·de·rig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bladerig | bladeriger | bladerigst |
verbogen | bladerige | bladerigere | bladerigste |
partitief | bladerigs | bladerigers | - |
bladerig [1]
- schilferig, schilferachtig
- luchtig gebakken zoals bij bladerdeeg
- Het woord 'bladerig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bladerig" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be