Nederlands

 
bissekist in Staphorster kleuren
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
Woordafbreking
  • bis·se·kist
enkelvoud meervoud
naamwoord bissekist bissekisten
verkleinwoord bissekistje bissekistjes

Zelfstandig naamwoord

de bissekistv / m

  1. kleerkist uit Staphorst
    • In de voorkamer staat naast de deur een spinde of broodkast haaks tegen de voorgevel en in een hoek staan één of meerdere bissekisten, waar oorspronkelijk de kleding van de man des huizes in werd bewaard. De spinde en bissekist zijn tegenwoordig vaak geschilderd in ‘neuteboom’, maar ook donkerrode bissekisten zijn aan te treffen. [2]  
    • De Staphorster kamer telt acht kostuums, maar er staat ook een bissekist, een wandkast, gevuld met servies en de kleuren zijn authentiek. Je waant je in Staphorst en dat in bruisend Amsterdam.[3] 

Gangbaarheid

Verwijzingen