bioscoopbedrijf
- bio·scoop·be·drijf
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bioscoopbedrijf | bioscoopbedrijven |
verkleinwoord | bioscoopbedrijfje | bioscoopbedrijfjes |
het bioscoopbedrijf o
- (filmkunst) (economie) onderneming die films vertoont in een filmzaal
- ▸ Het bioscoopbedrijf overweegt nog in beroep te gaan tegen de uitspraak. Dat zou onder meer kunnen op basis van een ander onderdeel van de wet, waarin staat dat de voorzieningen niet hoeven te worden getroffen als er sprake is van een "onnodige last". De twee tolken zouden enkele honderden dollars per film kosten.[2]
- Het woord bioscoopbedrijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Rechter VS: bioscopen moeten voorzien in doofblindentolk” (Zaterdag 7 oktober 2017, 03:11), NOS