biochemica
- Geluid: biochemica (hulp, bestand)
- bio·che·mi·ca
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | biochemica | biochemica's |
verkleinwoord |
de biochemica v
- (beroep) vrouwelijke vorm van biochemicus
- Het woord 'biochemica' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.