binnenvader
- Geluid: binnenvader (hulp, bestand)
- bin·nen·va·der
- samenstelling van binnen en vader zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | binnenvader | binnenvaders |
verkleinwoord | - | - |
de binnenvader m
- (beroep) (verouderd) man die de dagelijkse leiding heeft over een weeshuis of andere zorginstelling waarbinnen mensen wonen
- Het woord binnenvader staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.