binnenstormen
- bin·nen·stor·men
- samenstelling van binnen en stormen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
binnenstormen |
stormde binnen |
binnengestormd |
zwak -d | volledig |
binnenstormen
- Met veel lawaai, geweld en haast ergens binnenkomen.
- Hij stormde woedend de vergadering binnen.
- Het woord binnenstormen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "binnenstormen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be