bijvoeren
- bij·voe·ren
- samenstelling van bij bw en voeren ww
bijvoeren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bijvoeren |
voerde bij |
bijgevoerd |
zwak -d | volledig |
- overgankelijk als aanvulling op de al aanwezige voeding iets exta's geven
- Ruim 3200 edelherten, konikpaarden en Heckrunderen hebben de afgelopen winter in het gebied niet overleefd. Nooit eerder was er zoveel protest tegen het niet bijvoeren en laten sterven van de grote grazers. [1]
- De ganzen in de ganzenweide aan de Diepenheimseweg in Gelselaar zijn weer aan de leg. Ganzenhoedster Ellis Oldenboom zorgt dagelijks voor het bijvoeren van de ganzen en het rapen van de eieren. Luid gakkend verwelkomen ze haar elk keer. [2]
- Het woord bijvoeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bijvoeren" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Reformatorisch Dagblad 06-06-2018 Flevoland bespreekt Oostvaardersplassen
- ↑ Tubantia Peter Zandee 09-03-18 Gelselaarse ganzen leggen weer eieren
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be