bijvoederen
- Geluid: bijvoederen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɛivudərə(n) / (4 lettergrepen)
- bij·voe·de·ren
bijvoederen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bijvoederen |
voederde bij |
bijgevoederd |
zwak -d | volledig |
- aanvullend extra voedsel geven
- ▸ De grote grazers van de Oostvaardersplassen worden bijgevoerd. Alleen Staatsbosbeheer mag dat doen, stelt de provincie Flevoland. Bezoekers die de dieren de afgelopen dagen al bijvoederden niet.[2]
- ▸ Besmetting vindt plaats als vogels direct onderling contact hebben, bijvoorbeeld bij voederplaatsen. "Het is daarom erg belangrijk dat mensen die vogels bijvoederen de voederplaats goed schoonhouden. Ook drinkbakjes moeten regelmatig uitgespoeld worden."[3]
- Het woord bijvoederen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Grote grazers Oostvaardersplassen bijgevoerd” (Donderdag 1 maart 2018, 19:09), NOS
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Meer dode vogels door besmettelijke vogelziekte” (Dinsdag 31 januari 2017, 17:09), NOS