bijt af

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bijt af    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈbɛit ˈɑf / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• bijt af

Woordherkomst en -opbouw

• uit bijt (werkwoord) en af (bijwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

vervoeging van
afbijten

bijt (…) af

1. enkelvoud tegenwoordige tijd van afbijten
2. gebiedende wijs van afbijten

Gangbaarheid

• Het woord bijt af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.