• bij·klus·sen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bijklussen
kluste bij
bijgeklust
zwak -t volledig

bijklussen

  1. inergatief werk verrichten naast of buiten een officieel dienstverband om
     Maar de dominee die bijkluste als leraar was een van degenen die 's ochtends op de kansel fulmineerden tegen de armzaligheid van de tieners.[2]
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]
  1. bijklussen op website: Etymologiebank.nl
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be