Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bij·en·taal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bijentaal bijentalen
verkleinwoord bijentaaltje bijentaaltjes

Zelfstandig naamwoord

bijentaal v/m [1]

  1. de complexe communicatie tussen bijen
    • Bijentaal omvat niet alleen dans, maar ook geluidssignalen: Hoe kunnen honingbijen zich oriënteren en hun soortgenoten in de bijenkorf laten weten waar het beste voedsel te halen valt? Dat is een vraag die mensen al vele jaren bezig houdt. [2] 
    • Je kunt, als Nederland, nog zo’n leuke blonde zangeres met zo’n gezellig lied sturen, maar je legt het altijd af tegen drie Oost-Europeaantjes, verkleed als bijen, die in de bijentaal een lied zingen. Een Eurovisie-levensles die je volgens mij niet jong genoeg kunt leren. [3] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

82 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[4]


Verwijzingen