biesbok
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bies·bok
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | biesbok | biesbokken |
verkleinwoord | biesbokje | biesbokjes |
Zelfstandig naamwoord
de biesbok m
Gangbaarheid
- Het woord 'biesbok' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "biesbok" herkend door:
24 % | van de Nederlanders; |
26 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Hans van Maanen“Bladgroen” op vanmaanen.org
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be