Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bi·ca·me·ris·me
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Latijnse camera met het voorvoegsel bi- met het achtervoegsel -isme [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord bicamerisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het bicamerismeo

  1. (politiek) regeringsstelsel met twee kamers van vertegenwoordigers


Verwijzingen

Gangbaarheid

Meer informatie