bezuipen
- be·zui·pen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bezuipen |
bezoop |
bezopen |
klasse 2 | volledig |
bezuipen
- wederkerend zich ~: drinken met het doel zwaar dronken te worden
- Op dat feest bezoop hij zich flink en werd handtastelijk.
- Het woord bezuipen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bezuipen" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be