• be·zoe·king
enkelvoud meervoud
naamwoord bezoeking bezoekingen
verkleinwoord bezoekinkje bezoekinkjes

de bezoekingv

  1. het bezocht worden door een kwelgeest
  2. overdrachtelijk een zaak die als een kwelling ervaren wordt
    • Die bureaucratische regeltjes zijn een echte bezoeking. 
89 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be