Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • cas·ti·go
enkelvoud meervoud
castigo castigos

Zelfstandig naamwoord

castigo m

  1. straf
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van
castigar

castigo

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van castigar