bezitsrelatie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·zits·re·la·tie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bezit en relatie met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bezitsrelatie | bezitsrelaties |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bezitsrelatie v
- als iets eigendoms is van of een eigenschap is van iets of iemand anders
- Het genitief duidt een bezitsrelatie aan: Dat is Marcels computer (Marcel is de bezitter van de computer)
- Het bezittelijk voornaamwoord duidt een bezitsrelatie aan: Dat is mijn computer (ik ben de bezitter van de computer)
Gangbaarheid
- Het woord 'bezitsrelatie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.