bezenderd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·zen·derd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van bezenderen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellend | |
---|---|
onverbogen | bezenderd |
verbogen | bezenderde |
Bijvoeglijk naamwoord
bezenderd
- (techniek) het aanbrengen van een radiopeilzender aan een mens, dier, voer- of vaartuig om diens gangen te kunnen volgen
- De nieuwe zendertjes zijn erg klein, de bezenderde diertjes hebben er nauwelijks hinder van.
Synoniemen
Werkwoord
vervoeging van: | bezenderen… |
verbogen vorm: | bezenderde |
bezenderd
- voltooid deelwoord van bezenderen
Gangbaarheid
- Het woord 'bezenderd' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.