• be·wijs·ver·moe·den
enkelvoud meervoud
naamwoord bewijsvermoeden bewijsvermoedens
verkleinwoord

het bewijsvermoedeno

  1. (juridisch) situatie waarin een vermoeden reeds voldoende is om als bewijs te dienen
     In Groningen geldt het bewijsvermoeden. Dat betekent dat schade wordt erkend, tenzij bewezen kan worden dat de schade een andere oorzaak heeft dan mijnbouw of bodembeweging. De deskundigen die de schade beoordelen, lijken volgens het IMG anders aan te zijn gaan kijken tegen de kans op schade door een aardbeving. Met name aan de randen van het gebied.[1]
     De rechter in Assen is het daar niet mee eens. Het is voor de rechtbank klip en klaar dat het gebouw in het aardbevingsgebied staat en dat het dus aannemelijk is dat er sprake is van bevingsschade. Daarmee is het, vooruitlopend op de nieuwe wetgeving, aan de NAM om het zogenoemde bewijsvermoeden te ontzenuwen, aldus de rechtbank.[2]


  1.   Weblink bron “Schadeloket voor aardbevingsschade twijfelt aan beoordeling van experts” (Woensdag 31 maart 2021, 12:48), NOS
  2.   Weblink bron “Groninger hoeft schade door gaswinning niet te bewijzen” (Donderdag 6 oktober 2016, 14:24), NOS