bewijsplaats
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·wijs·plaats
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bewijs en plaats zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bewijsplaats | bewijsplaatsen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
Gangbaarheid
- Het woord bewijsplaats staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.