bewener
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·we·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bewener | beweners |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bewener m
- iemand die treurt om een overledene
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'bewener' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bewener" herkend door:
40 % | van de Nederlanders; |
37 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be